Dames 4

Wedstrijdhulp Dames 4

Vanaf dit niveau mag je B elementen turnen. Deze elementen zijn aangegeven met (B).



Sprong

Bij sprong mogen twee sprongen worden uitgevoerd. Bij een meerkamp, een wedstrijd waar je alle toestellen doet, telt de hoogste sprong (NSTC 2, NSK, GNSK), bij een toestelwedstrijd (NSTC 1) telt het gemiddelde. Bij een meerkamp hoef je maar 1 sprong uit te voeren, maar mag je 2 sprongen doen.

De pegasus staat op 1.25m met plank, als je een trampoline gebruikt staat de pegasus op 1.35 en krijg je een vermindering van 1.00 op je score. Er wordt dan een punt afgetrokken van je D-score. Dus doe je een overslag met trampoline heb je een D-score van 0.60 punten.  

Mogelijke sprongen voor niveau 4:

SPRONG

D-SCORE

Overslag 

1.60

Overslag ½ in

1.60

Overslag ½ uit

2.00

Overslag 1/1 uit

2.60

Yamashita

2.00

Overslag ½ in en ½ uit (half in half uit)

2.40 

Overslag ½ in en 1/1 uit (half in heel uit)

2.60 



Brug

Bij brug zijn er 4 verschillende eisen. In dames 4 moet je 6 elementen uitvoeren inclusief de afsprong. De eisen zijn als volgt: 

1. 1 kip 

2. Gesloten opzwaai minimaal horizontaal (ergens in de oefening) 

3. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 van minimaal A waarde (geen vluchtelement) 

4. Een liggerwissel vanuit een element 


Eis 1

Eis 2

Eis 3

Eis 4

Zweefkip vanuit stand aan de lage legger (A-waarde)

Opzwaai horizontaal (schouders, heupen en voeten op horizontaal) (TA-waarde)

Buikdraai voorover (A-waarde)

Ophurken en springen naar de hoge legger (TA-waarde)

Zweefkip aan de hoge legger (A-waarde)


Buikdraai achterover (A-waarde)

Wippertje (B-waarde)



Zolendraai (A-waarde)

Zolendraai en springen naar de hoge legger (A-waarde). 


Je hebt nog een afsprong nodig, dat kan het volgende zijn:
Ondersprong, Salto, Salto ½ draai (B)


E/D-score:
Om je D-score op brug te verhogen moet je verbindingen turnen. Een verbinding van 2 A elementen leveren je 0.10 bonus op, een verbinding van een A element + een B element leveren je 0.20 bonus op. Een B + B leveren ook 0.20 op. 

Let op! Je mag in Dames 4 TA’s turnen, maar deze leveren geen verbindingswaarde op. Een B in je oefening levert dus én verbindingswaarde van 0.20, en levert 0.20 punten aan moeilijkheidswaarde op.

B’tjes die je kan turnen op brug zijn: hele draai + kip, wippertje, opzwaai tot handstand, salto halve draai af. 

Om je E score zo hoog mogelijk te houden is het van belang dat er wordt doorgeturnd, iedere keer wanneer er een tussenzwaai (stopje) wordt geturnd (hakken onnodig voorbij de brug legger) wordt er een halve punt van de E-score af getrokken. ​​​​​​​



Balk

Bij balk moet je 7 elementen uitvoeren. Waarvan minimaal 2 acrobatische elementen (Acro) en 3 danselementen (Dans). Alle eisen moeten op de balk worden uitgevoerd. De eisen op balk zijn:

1. Een verbinding van minimaal 2 verschillende danselementen, waarvan één sprong met 135° beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie

2. Een draai uit groep 3 

3. Een acrobatische element van minimaal A waarde 

4. Een acrobatisch element door of tot handstand


Eis 1

Eis 2

Eis 3

Eis 4

Loopsprong spreiding 135* (Dans) (TA-waarde)

Fouette Draai (Dans) (TA-waarde)

Handstand 2 seconden (Acro) (A-waarde)

Handstand (Acro) (A-waarde)

Spagaatsprong 135* (Dans) (A-waarde)

Pirouette (Dans) (A-waarde)

Radslag (Acro) (A-waarde)

Radslag (Acro) (A-waarde)

Kattensprong (Dans) (A-waarde)


Handstand doorrol (Acro) (B-waarde)

Handstand doorrol (Acro) (B-waarde)

Streksprong (Dans) (TA-waarde)


Losse rol (Acro) (B-waarde)


Hurksprong (Dans) (TA-waarde)


Arabier (Acro) (B-waarde)


Spagaatsprong 180* (Dans) (B-waarde) 




Let erop dat er een verbinding van 2 elementen geturnd moet worden





Je hebt nog een opsprong nodig en een afsprong:

OPSPRONG

AFSPRONG

Ophurken (Acro)

Overslag (Acro)

Overhurken (Acro)

Salto (Acro)

Koprol op (Acro) (B)

Arabier af (Acro)


E/D-score:

Om je D-score op balk te verhogen geldt eigenlijk hetzelfde als op brug. Je moet extra B’tjes gaan turnen. 

Verbindingswaarden: A+A levert 0.10 verbindingswaarde en A+ B of B+B levert 0.20 verbindingswaarde op. 

B’tjes die je op balk kan turnen zijn: Koprol op, overslag op, spagaatsprong 180 graden met afzet van 2 benen, fouetté sprong, 2 seconden hoge hoeksteun aanhouden, losse rol, arabier. 

Om een zo hoog mogelijke E-score te behouden is de artisticiteit van belang. Een goed ritme, choreografie en duidelijke pasjes voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts zorgen voor een zo laag mogelijke artistieke aftrek. 



Vloer

Bij vloer moet je 7 elementen uitvoeren waarvan 2 dans (Dans) en 3 acrobatische elementen (Acro). Daarnaast heb je 4 eisen, deze zijn als volgt: 

1. Een danspassage samengesteld uit 2 verschillende sprongen of huppen, direct of indirect verbonden, met minimaal 1 sprong met 180° beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 

2. Salto voorwaarts of achterwaarts 

3. Een acrolijn met minimaal 2 verschillende vluchtelementen 

4. Een acrobatisch element achterwaarts en een acrobatisch element met vlucht en handensteun voor-/zijwaarts  


Het is verplicht om 2 acrolijnen te turnen. Een acrolijn bestaat uit een element met vlucht, met of zonder handensteun. Bijvoorbeeld een salto of een arabier.


Eis 1

Eis 2

Eis 3

Eis 4

Streksprong hele draai (Dans) (A-waarde)

Salto voorover (Acro) (A-waarde)

Arabier + salto achterover of flikflak (Acro)

Flikflak (Acro) (A-waarde)

Kattensprong (Dans) (A-waarde)

Salto achterover (Acro) (A-waarde)

Overslag salto (Acro)

Salto achterover (Acro) (A-waarde)

Loopsprong beenspreiding 180 (Dans) (A-waarde)

Streksalto achterover (Acro) (A-waarde)

Overslag arabier (acro)

Overslag (Acro) (A-waarde)

Spagaatsprong 180 (Dans) (A-waarde)

Streksalto halve draai (B-waarde)


Arabier (Acro) (A-waarde)

Hurksprong (Dans) (TA-waarde)




Wisselspagaatsprong met 180 beenspreiding (Dans) (B-waarde)




Johnson (Dans) (B-waarde)





E/D score: 

Om je D-score op vloer te verhogen geldt hetzelfde als op Balk en Brug. B’tjes leveren een hogere D-score in verbindingswaarde als in moeilijkheidswaarde. 

B’tjes op vloer zijn: wisselkwart (Johnson), wisselspagaat, kattensprong hele draai, hurksprong hele draai, dubbele pirouette, 1/1 wolf pirouette, salto gestrekt voorover, salto voorover gehurkt met halve draai, gestrekte salto achterwaarts met halve of hele draai. 


Verbindingswaarde:

Acro – 2 elementen met vlucht waarvan minimaal 1 salto A + A (0.10),  A + B (0.20) of hoger 

Dans – 2 verschillende elementen A + A (0.10), A + B (0.20) of hoger 

In een verbinding bestaande uit meer dan 2 direct verbonden gymnastische sprongen kan slechts voor de eerste verbinding verbindingswaarde worden toegekend. De volgorde waarin de elementen worden geturnd in bovenstaande verbindingen is vrij. 

Mix (een acrobatisch element in combinatie met een gymnastisch element) uitgevoerd in de aangegeven volgorde: A-acro met vlucht of hoger + A- dans of hoger (0.10) 


Voor de E-score is de artisticiteit van belang. Goed ritme, choreografie, verschillende soorten dans en de juiste bewegingen per muziekkeuze zorgen voor zo min mogelijk aftrek op de E-score.

Onze sponsoren