Dames 6
Wedstrijdhulp Dames 6
Sprong
Bij sprong mogen twee sprongen worden uitgevoerd. Bij een meerkamp, een wedstrijd waar je alle toestellen doet, telt de hoogste sprong (NSTC 2, NSK, GNSK), bij een toestelwedstrijd (NSTC 1) telt het gemiddelde. Bij een meerkamp hoef je maar 1 sprong uit te voeren, maar mag je 2 sprongen doen.
De pegasus staat op 1.25m met plank, als je een trampoline gebruikt staat de pegasus op 1.35 en krijg je een vermindering van 1.00 op je score. Er wordt dan een punt afgetrokken van je D-score. Dus doe je een overslag met trampoline heb je een D-score van 0.60 punten.
Mogelijke sprongen voor niveau 6:
SPRONG | D-SCORE |
Ophurken streksprong af | 1.00 |
Ophurken, streksprong 1/2 draai af | 1.10 |
Overspreiden | 1.10 |
Overhurken | 1.30 |
Streksprong op-af | 1.30 |
Overslag | 1.60 |
Brug
Op brug zijn er 4 verschillende eisen. Je mag in D6 van de hoge legger afspringen om de afsprong van de lage legger te doen. Je moet 5 elementen uitvoeren.
De eisen zijn als volgt:
1. Een element uit groep 3
2. Een element aan de lage ligger
3. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 (geen vluchtelement)
4. Een element aan de hoge ligger of naar de hoge ligger (geen afsprong)
Eis 1 | EIs 2 | Eis 3 | Eis 4 |
Kurbet (hol-bol hang) (TA-waarde) | Borstwaartsom (TA-waarde) | Buikdraai voorover (A-waarde) | Kurbet (hol-bol hang) (TA-waarde) |
Voor en achterzwaai (TA-waarde) | Buikdraai achterover (A-waarde) | Buikdraai achterover (A-waarde) | Voor en achterzwaai (TA-waarde) |
Driekwartreus (TA-waarde) | Buikdraai voorover (A-waarde) | Ophurken met springen naar de hoge legger (TA-waarde) | |
Halve draai in de voorzwaai (TA-waarde) | Tegenspreiden of ondersprong van de lage legger (TA-waarde) | ||
Opzwaai (TA-waarde) |
Op het einde van je brugoefening ben je vereist een afsprong uit te voeren:
Ondersprong (halve draai)
Voorzwaai + ½ draai af
Tegenspreiden
E/D-score:
Om je score te kunnen verhogen is het van belang dat je je oefening zonder stopjes doorturnt. Ieder stopje waarbij je tenen voorbij de bruglegger komen geeft je een extra aftrek van 0.50 punten (in de E-score), dit kan heel erg aantikken. Extra elementen toevoegen heeft in dit niveau geen zin om een hogere D-score te behalen, er worden niet meer dan 5 elementen geteld. Ieder element wordt geteld als 0.10, turn je een B wordt dit afgewaardeerd naar een A, je ontvangt dus geen B. Een B is over het algemeen moeilijker en het is waarschijnlijker dat hier dan ook meer aftrek ik zal zitten.
Balk
Bij balk moet je 6 elementen uitvoeren. Waarvan je minimaal 2 acrobatische elementen (Acro) en 3 danselementen (Dans). Alle eisen moeten op de balk worden uitgevoerd, dit betekent dat de opsprong en afsprong niet een eis kunnen vervullen.
De 4 eisen op balk zijn:
1. Een verbinding van minimaal 2 verschillende danselementen (beenspreiding niet vereist) 2. Een draai uit groep 3
3. Onderdeel dicht bij de balk, waarbij de romp de balk raakt (hoeft geen element te zijn)
4. Een houdingselement (zweefhouding / (hand)stand)
Eis 1 | Eis 2 | Eis 3 | Eis 4 |
Loopsprong spreiding 135* (Dans) (TA-waarde) | Fouette Draai (Dans) (TA-waarde) | 180* draai in buiklig (Acro) | Hoeksteun (Acro) (TA-waarde) |
Spagaatsprong 135* (Dans) (A-waarde) | Pirouette, heel of half (Dans) (A-waarde) | Koprol (Acro) | Zweefstand 135* (Dans) (TA-waarde) |
Kattensprong (Dans) (A-waarde) | ½ draai in buiklig op de balk (Dans) (TA-waarde) | Een dansbeweging (hier zit de minste aftrek in!!) | Vluchtige handstand (Acro) (TA-waarde) |
Streksprong (Dans) (TA-waarde) | Spreidhoeksteun (Acro) (TA-waarde) | ||
Hurksprong (Dans) (TA-waarde) | |||
Sisonne beenspreiding 135* (Dans) (TA-waarde) | |||
Let erop dat je 2 van deze sprongen moet kiezen in verbinding! |
Op balk ben je vereist om een opsprong en afsprong te turnen:
OPSPRONG | AFSPRONG |
Ophurken (Acro) | Streksprong (Acro) |
Overhurken (Acro) | Overslag af (Acro) |
Springen tot steun (Acro) | Arabier af (Acro) |
E/D-score:
Om je D-scrore op balk te verhogen kan je gebruikmaken van verbindingswaarde. Je kan (mits het stabiel is) je sprongen combinatie uitbreiden met een streksprong. Het is belangrijk om een ritme in je oefening te hebben om een zo hoog mogelijke E-score te behalen.
Vloer
Bij vloer moet je 5 elementen uitvoeren waarvan 2 acrobatische elementen (Acro) en 3 dans elementen (Dans).
Daarnaast heb je 4 eisen, deze zijn:
1. Een danspassage samengesteld uit 2 verschillende sprongen of huppen, direct of indirect verbonden (beenspreiding niet vereist)
2. Een acrobatisch element met vlucht
3. Een acrobatisch element voor-/zijwaarts en achterwaarts
4. Een dansdraai van 360° op 1 been of gesprongen
Eis 1 | Eis 2 | Eis 3 | Eis 4 |
Streksprong hele draai (Dans) (A-waarde) | Zweefrol (Acro) (TA-waarde) | Koprol achterover (Acro) (TA-waarde) | Streksprong hele draai (Dans) (A-waarde) |
Kattensprong (Dans) (A-waarde) | Arabier (Acro) (A-waarde) | Koprol zonder handen voorover (Acro) (TA-waarde) | Pirouette (Dans) (A-waarde) |
Loopsprong beenspreiding 135* (Dans) (TA-waarde) | Overslag (Acro) (A-waarde) | Radslag op 1 of 2 armen (Acro) (TA-waarde) | |
Spagaatsprong 135* (Dans) (TA-waarde) | Radslag met vluchtfase (Acro) (SA-waarde) Mag alleen bij NSTB | Arabier (Acro) (A-waarde) | |
Hurksprong (Dans) (TA-waarde) | Je moet achterover EN voor-/zijwaarts | ||
Halve draai sprong (Dans) (TA-waarde) | |||
Let erop dat je 2 van deze sprongen moet kiezen in verbinding! |
E/D-score:
Op vloer geldt hetzelfde als op balk, je kan je D-score verhogen door verbindingen te turnen. In plaats van een arabier, een radslag-arabier turnen. Let er wel goed op dat dit slechts 0.10 punt extra oplevert, dus dat die radslag nagenoeg perfect moet worden geturnd, anders gaat het je meer punten kosten dan opleveren!
Voor je E-score is het belangrijk dat je een goede artistieke oefening turnt met ritme en juiste bewegingen. Je kan ook bonuspunten verdienen door originaliteit in je oefening.