Heren 2

Heren 2

Op dit niveau turn je 8 elementen: de afsprong en de 7 elementen met de hoogste waarde tellen. Als je 6 elementen of minder elementen turnt zul je een penalty ontvangen. 

Op dit niveau kun je A, B, C en D elementen turnen. Je mag ook tA elementen turnen, maar deze elementen kunnen geen elementgroepen vervullen. Voor de afsprong krijg je 0.3 voor A en 0.50 voor B of hoger.


Vloer

Je moet op dit niveau in alle hoeken van de vloer komen. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Handstand (2s) (A)

Salto voorover gehurkt (A)

Sprong rugwaarts met halve draai tot rol voorover (A)

Spreidstand heffen naar handstand (2s) (A)

Loopoverslag (A)

Salto achterover gehurkt (A)

½ of 1/1 draai in of tot handstand (A)

Overslag (A)

Flikflak (A)

Handstand heffen met gesloten benen (2s) (B)

Salto voorover gestrekt (ook met ½ draai (B)

Salto achterover gestrekt (B)


Salto voorover gestrekt met 1/1 en 3/2 draai (C)

Salto achterover gestrekt met ½ of 1/1 draai (B)



Salto achterover gestrekt met 3/2 of 2/1 draai (C)


Voor je afsprong doe je een element uit groep II of III die je op twee voeten landt (dus geen loopoverslag of zweefrol).

Je kunt op vloer een bonus ontvangen door een salto combinatie te doen. Voor een A-B, A-C, B-B of B-C combinatie ontvang je een bonus van 0.1. Voor een C-C combinatie D-combinatie ontvang je een bonus van 0.2.


Voltige

Op dit niveau moet je op alle delen van het paard komen.


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Schaar rugwaarts (met ½ draai) (A)

Suis Simple (goede opsprong) (tA)

Flanken met transport (A)

Afwenden uit flank of flair (op paardeinde) (A)

Schaar voorwaarts (met ½ draai) (A)

Flank in parallelsteun (A)

Transport voorwaarts met ¼ spindel tot dwarssteun (B)

Flank gevolgd door ½ flank met afwenden (tA)

Schaar voorwaarts met transport zijwaarts (ook met ½ draai) (B)

Kopflank (A)

Transport rugwaarts met ¼ spindel tot dwarssteun (B)

Dubbelkeren tot stand (tA)

Dubbelschaar voorwaarts (B)

Ruglingse flank (A)


Op het paardeinde Russenwendzwaai met 180° of 270° en afwenden (tA)

Schaar rugwaarts  met transport zijwaarts (ook met ½ draai) (B)

Russenwendzwaai (360° of 540°) (B)




Ringen

Bij ringen bestaat je oefening uit een combinatie van kracht elementen en zwaai elementen.


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Inloque (A)

Hoeksteun (2s) (A)

Vooropzet tot hoeksteun (2 s.) (B)

Salto achterover gehurkt (tA)

Disloque (A)

Plank rugwaarts of voorwaarts (2s) (A)

Kip tot hoeksteun (2s.) (B)

Salto achterover gehoekt of gestrekt (A)

Vooropzet tot steun (A)

Gespreide bovenbalans (2s) (A)

Achteropzet tot gespreide bovenbalans (2s) (B)

Salto achterover gestrekt met 1/2 draai (A)

Achteropzet tot steun (A)

Alle breedtehangen (2s) (B)

Achteropzet tot (gehoekte) breedtehang (2s) (C)

Salto achterover gestrekt met 1/1 draai (B)

Kip tot steun (A)

Handstand heffen met gestrekte armen en gebogen lichaam of gebogen armen en gestrekt lichaam. (2s) (B)

Kip tot (gehoekte) breedtehang (2s.) (C)

Dubbel salto achterover gehurkt of gehoekt (B)


Sprong

Bij sprong mogen twee sprongen worden uitgevoerd. Bij een meerkamp telt de hoogste 

sprong (NSTC 2, NSK, NSTC Teams), bij een toestelwedstrijd (NSTC 1) telt het gemiddelde. Bij een meerkamp hoef je maar 1 sprong uit te voeren, maar mag je ook 2 sprongen uitvoeren. In een toestelwedstrijd spring je altijd 2 sprongen.

De hoogte van de pegasus is 1.35. Het gebruik van een trampoline is niet toegestaan. 


SPRONG

D-SCORE

Overslag

1.60

Overslag ¼ in (arabier)

1.60

Overslag ¼ in en ¾ uit 

1.80

Overslag ½ draai uit

1.80

Overslag 1/1 draai uit

2.00

Tsukahara gehurkt

2.20

Overslag salto gehurkt

2.40


Brug

Op de brug bestaat een oefening uit steunzwaaien, hangzwaaien en krachtelementen. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Pendelkip (tA)

Achteropzet tot steun (tA)

Ondersprong tot bovenarmhang (A)

Uit hang aan het leggereinde salto rugwaarts gestrekt (A)

Hoeksteun (2s) (A)

Schouderrol voorwaarts (tA)

Zweefkip (A)

Salto achterover of voorover gehoekt of gestrekt, ook met ½ draai (A)

Handstand (2s) (ook met ½ draai) (A)

Vooropzet tot steun (A)

Stut tot hang (A)

Dubbel salto achterover 

gehurkt op het leggereinde (B)

Handstand heffen met gestrekte armen en benen of met gestrekt lichaam en gebogen armen (2s.), ook met gespreide benen (B)

Achteropzet overspreiden tot buigsteun (A)

Moy tot steun met gebogen benen (ook zonder loslaten) (B)



Achteropzet tot handstand (ook met ½ draai) (B)

Stut tot steun (B)



Rekstok

Op rekstok bestaat een oefening uit lange zwaaien en zwaaien dicht bij de stok. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Achteropzet tot steun (tA)

Overkeren (B)

Kip uit zwaai (tA)

Salto achterover of voorover gehurkt (tA)

¾ reus (tA)

Voronin (B)

Stille kip of kip uit hangzwaai tot handstand ook met ½ draai (A)

Salto achterover of voorover gehoekt of gestrekt, ook met ½ draai (A)

Reuzendraai voorwaarts of rugwaarts (ook met ½ draai) (A)

Tkatchev (C)

Uit hang opstutten of losom tot handstand (A)

Dubbelsalto rugwaarts gehurkt of gehoekt (B)

Achteropzet tot handstand (A)


Uit handstand losom voorwaarts tot handstand (B)


Reuzendraai voorwaarts met 1/1 draai in mixgreep (B)


Endo (B)




Stalder (B)


Onze sponsoren