Heren 5

Heren 5

Op dit niveau turn je 5 elementen: de afsprong en de 4 elementen met de hoogste waarde tellen. Als je 3 elementen of minder elementen turnt zul je een penalty ontvangen. 

Op dit niveau kun je sA, tA, A en B-elementen turnen. Voor de afsprong krijg je 0.3 voor sA en tA en 0.50 voor A of hoger.


Vloer

Je hoeft niet in alle hoeken van de vloer te komen.


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Handstand (2s) (A)

Zweefrol (A)

Sprong rugwaarts met halve draai tot rol voorover (A)

Rol voorover (sA)

Salto voorover (A)

Salto achterover (A)

Radslag (tA)

Loopoverslag (tA)

Flikflak (A)

Arabier (tA)

Overslag (A)


Rol achterover (sA)



Hoeksteun (2s) (tA)



Zweefstand (2s) (tA)




Voor je afsprong eis doe je een element uit groep II of III die je op twee voeten landt (dus geen loopoverslag of zweefrol).

Je kunt op vloer een bonus ontvangen door een salto combinatie te doen. Voor een A-A combinatie ontvang je een bonus van 0.1. Voor een A-B of B-B combinatie ontvang je een bonus van 0.2.


Voltige

Op dit niveau is het niet verplicht om alle delen van het paard te gebruiken.

Voltige mag bestaan uit een oefening op de paddenstoel én/of het paard. Op beide toestellen moeten de elementen wel als één oefening verbonden worden. Tussen de twee delen van de oefening is een pauze van maximaal 30 seconden toegestaan, waarna de oefening hervat moet worden op het tweede toestel. Hierbij moet opnieuw aangemeld worden bij de jury. De afsprong eis hoeft maar 1x vervuld te worden. Dit kan op paddenstoel of paard. 

Elementgroep III is niet te behalen op dit niveau.


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep IV

Vier beenzwaaien voor of achter (sA)

Suis Simple (goede opsprong) (tA)

Afwenden (sA)

Halve schaar of 1 been flank (sA)

Paddenstoel: Flank (sA)

Afwenden uit flank op paddenstoel (sA)

Schaar rugwaarts (A)

Paddenstoel: Flank vanuit een flank (dus eigenlijk 2 flanken) (sA)

Dubbelkeren tot stand (tA)

Schaar voorwaarts (A)




Ringen

Bij ringen bestaat je oefening uit een combinatie van kracht elementen en zwaai elementen. 

Op dit niveau is elementgroep III niet te behalen. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep IV

Zwaai (sA)

Bovenbalans gehurkt (2s) (sA)

Ruglingse hang met loslaten (sA)

Knie opzet tot steun (sA)

Schouderstand (2s) (tA)

Salto achterover (tA)

Inloque (A)

Hoeksteun (2s) (A)


Disloque (A)

Vanuit ruglingse hang terug naar vouwhang (tA)



Sprong

Bij sprong mogen twee sprongen worden uitgevoerd. Bij een meerkamp telt de hoogste score (NSTC 2, NSK, NSTC Teams), bij een toestelwedstrijd (NSTC 1) telt het gemiddelde van de 2 scores. Bij een meerkamp hoef je maar 1 sprong uit te voeren, maar mag je ook 2 sprongen uitvoeren. In een toestelwedstrijd spring je altijd 2 sprongen.

De pegasus staat op 1.25 of 1.35. Als je een trampoline gebruikt staat de pegasus altijd op 1.35 en krijg je een penalty van 1.00.


SPRONG

D-SCORE

Ophurken, streksprong af

0.80

Koprol over

0.80

Ophurken, streksprong ½ draai af

1.00

Overspreiden

1.00

Overhurken

1.20

Dievensprong

1.30

Streksprong op, salto af

1.40

Overslag

1.60

Overslag ¼ in (arabier)

1.60


Brug

Op de brug bestaat een oefening uit steunzwaaien, hangzwaaien en krachtelementen. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Zwaai in steun (sA)

Schouderstand (tA)

Zwaai in hang (sA)

Wenden uit zwaai (sA)

Hoeksteun (2s) (A)

Rol (sA)

Zweefkip (A)

Salto gehurkt uit de puntjes (tA)


Zwaai in bovenarmhang (sA)

Achteropzet vanuit zwaai tot bovenarmhang (sA)



Rekstok

Op rekstok bestaat een oefening uit lange zwaaien en zwaaien dicht bij de stok. Elementgroep II is op dit niveau niet te behalen. 


Elementgroep I

Elementgroep III

Elementgroep IV

Zwaai (sA)

Buikdraai voorover gehurkt (sA)

Ondersprong (met ½ draai) (sA)

Zwaai met halve draai (sA)

Buikdraai achterover gehurkt (sA)

Voorzwaai met ½ draai neerspringen (sA)

¾ reus (tA)

Buikdraai voorover gestrekt (tA)

Salto achterover gehurkt (tA)


Buikdraai achterover gestrekt (tA)



Stille kip  (tA)


Onze sponsoren