Heren 4
Heren 4
Op dit niveau turn je 6 elementen: de afsprong en de 5 elementen met de hoogste waarde tellen. Als je 4 elementen of minder elementen turnt zul je een penalty ontvangen.
Op dit niveau kun je tA, A, B en C elementen turnen. Op rekstok en voltige mag je ook sA elementen turnen. Voor de afsprong krijg je 0.3 voor tA en 0.50 voor A of hoger.
Vloer
Je hoeft niet in alle hoeken van de vloer te komen.
Elementgroep I | Elementgroep II | Elementgroep III |
Handstand (2s) (A) | Zweefrol (A) | Sprong rugwaarts met halve draai tot rol voorover (A) |
Stutrol (tA) | Salto voorover (A) | Salto achterover (A) |
Radslag (tA) | Loopoverslag (A) | Flikflak (A) |
Arabier (tA) | Overslag (A) | |
Hoeksteun (2s) (tA) | ||
Zweefstand (2s) (tA) |
Voor je afsprong doe je een element uit groep II of III die je op twee voeten landt (dus geen loopoverslag of zweefrol).
Je kunt op vloer een bonus ontvangen door een salto combinatie te doen. Voor een A-A of A-B combinatie ontvang je een bonus van 0.1. Voor een B-B, B-C of C-C combinatie ontvang je een bonus van 0.2.
Voltige
Op dit niveau is het niet verplicht om alle delen van het paard te gebruiken.
Voltige mag bestaan uit een oefening op de paddenstoel én/of het paard. Op beide toestellen moeten de elementen wel als één oefening verbonden worden. Tussen de twee delen van de oefening is een pauze van maximaal 30 seconden toegestaan, waarna de oefening hervat moet worden op het tweede toestel. Hierbij moet opnieuw aangemeld worden bij de jury. De afsprong eis hoeft maar 1x vervuld te worden. Dit kan op paddenstoel of paard.
Elementgroep III is niet te behalen op dit niveau.
Elementgroep I | Elementgroep II | Elementgroep IV |
Vier beenzwaaien voor of achter (sA) | Suis Simple (goede opsprong) (tA) | Afwenden (tA) |
Halve schaar of 1 been flank (sA) | Paddenstoel: Flank (sA) | Afwenden uit flank (tA) |
Schaar rugwaarts (A) | Paddenstoel: Flank vanuit een flank (dus eigenlijk 2 flanken) (sA) | Dubbelkeren (tA) |
Schaar voorwaarts (A) |
Ringen
Bij ringen bestaat je oefening uit een combinatie van kracht elementen en zwaai elementen.
Op dit niveau is elementgroep III niet te behalen.
Elementgroep I | Elementgroep II | Elementgroep IV |
Inloque (A) | Schouderstand (2s) (tA) | Salto achterover gehurkt (tA) |
Disloque (A) | Hoeksteun (2s) (A) | Salto voorover gehurkt (tA) |
Vanuit steun gestrekt uitrollen tot achterzwaai in hang (A) | Ruglingse hang (2s) (tA) | |
Muscle up (tA) |
Sprong
Bij sprong mogen twee sprongen worden uitgevoerd. Bij een meerkamp telt de hoogste sprong (NSTC 2, NSK, NSTC Teams), bij een toestelwedstrijd (NSTC 1) telt het gemiddelde. Bij een meerkamp hoef je maar 1 sprong uit te voeren, maar mag je ook 2 sprongen uitvoeren. In een toestelwedstrijd spring je altijd 2 sprongen.
De pegasus staat op 1.25 of 1.35. Als je een trampoline gebruikt staat de pegasus altijd op 1.35 en krijg je een penalty van 1.00.
SPRONG | D-SCORE |
Overslag | 1.60 |
Overslag ¼ in (arabier) | 1.60 |
Overslag ¼ in en ¾ uit | 1.80 |
Overslag ½ draai uit | 1.80 |
Brug
Op de brug bestaat een oefening uit steunzwaaien, hangzwaaien en krachtelementen.
Elementgroep I | Elementgroep II | Elementgroep III | Elementgroep IV |
Pendelkip (tA) | Achteropzet tot steun (tA) | Ondersprong tot bovenarmhang (A) | Handstand afwenden (tA) |
Hoeksteun (2s) (A) | Schouderrol voorwaarts (tA) | Zweefkip (A) | Salto gehurkt uit de puntjes (tA) |
Handstand (2s) (A) | Vooropzet tot steun (A) | Moy tot bovenarmzwaai (tA) |
Rekstok
Op rekstok bestaat een oefening uit lange zwaaien en zwaaien dicht bij de stok. Elementgroep II is niet te behalen in dit niveau.
Elementgroep I | Elementgroep III | Elementgroep IV |
Achteropzet tot steun (tA) | Buikdraai voorover gestrekt (tA) | Ondersprong (met ½ draai) (sA) |
¾ reus (tA) | Buikdraai achterover gestrekt (tA) | Voorzwaai met ½ draai neerspringen (sA) |
Stille kip (tA) | Salto achterover gehurkt (tA) | |
Kip uit zwaai (tA) |