Heren 1

Heren 1

Op dit niveau turn je 10 elementen: de afsprong en de 9 elementen met de hoogste waarde tellen. Als je 8 elementen of minder elementen turnt zul je een penalty ontvangen. 

Op dit niveau kun je A t/m I elementen turnen. Voor de afsprong krijg je 0.3 voor B en 0.50 voor C of hoger.


Vloer

Je moet op dit niveau in alle hoeken van de vloer komen. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Handstand (2s) (A)

Salto voorover (A)

Flikflak (A)

Spreidstand heffen naar handstand (2s) (A)

Overslag (A)

Salto achterover gehurkt of gehoekt (A)

½ of 1/1 draai in of tot handstand (A)

Salto voorover gehurkt met 1/1 of 3/2 draai (B)

Salto achterover gestrekt (B)

Handstand heffen met gesloten benen (2s) (B)

Salto voorover gestrekt (ook met ½ draai) (B)

Salto achterover gestrekt met ½ of 1/1 draai (B)


Salto voorover gestrekt met 1/1 of 3/2 draai (C)

Salto achterover gestrekt met 3/2 of 2/1 draai (C)



Dubbel salto achterover gehurkt (C)


Voor je afsprong doe je een element uit groep II of III die je op twee voeten landt (dus geen loopoverslag of zweefrol).

Je kunt op vloer een bonus ontvangen door een salto combinatie te doen. Voor een A-B, A-C, B-B of B-C combinatie ontvang je een bonus van 0.1. Voor een C-C combinatie D-combinatie ontvang je een bonus van 0.2.


Voltige

Op dit niveau moet je op alle delen van het paard komen.


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Schaar rugwaarts of voorwaarts (met ½ draai) (A)

Flank in parallelsteun / kopflank / ruglingse flank (A)

Flanken met transport (A)

Afwenden uit flank of flair (op paardeinde) (A)

Dubbelschaar voorwaarts of rugwaarts (B)

Russenwendzwaai (360° of 540°) (B)

Transport voorwaarts of rugwaarts met ¼ spindel tot dwarssteun (B)

Op het paardeinde Russenwendzwaai met 360° of 540° en afwenden (B)

Schaar voorwaarts of rugwaarts met transport zijwaarts (ook met ½ draai) (B)

Tsjechenkeren (B)

In dwarssteun transport voorwaarts of rugwaarts (½ of 2/3) (B)

Uit parallelsteun wendzwaai voorwaarts met ½ draai in wisselsteun, Schwabenflanken en afwenden (B)

Schaar voorwaarts met transport van de ene punt naar de andere punt (3/3) (C)

Russenwendzwaai (720° of 900°) (C)



Dubbelschaar voorwaarts met transport zijwaarts (C)





Ringen

Bij ringen bestaat je oefening uit een combinatie van kracht elementen en zwaai elementen.


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Inloque (A)

Hoeksteun (2s) (A)

Vooropzet tot hoeksteun (2s) (B)

Salto achterover gehoekt of gestrekt (A)

Disloque (A)

Gespreide bovenbalans (2s) (A)

Kip tot hoeksteun (2s) (B)

Salto achterover gestrekt met ½  draai (A)

Vooropzet tot steun (A)

Alle breedtehangen (2s) (B)

Achteropzet tot gespreide bovenbalans (2s) (B)

Salto achterover gestrekt met 1/1 draai (B)

Achteropzet tot steun (A)

Handstand heffen met gestrekte armen en gebogen lichaam of gebogen armen en gestrekt lichaam. (2s) (B)

Achteropzet tot (gehoekte) breedtehang (2s) (C)

Dubbel salto achterover gehurkt of gehoekt (B)

Slinger voorwaarts of rugwaarts met gestrekte armen tot handstand (2s) (C)

Bovenbalans (2s) (C)

Kip tot (gehoekte) breedtehang (2s) (C)



Vanuit (gehoekte) breedtehang opduwen tot hoeksteun (2s) (C)




Sprong

Bij sprong mogen twee sprongen worden uitgevoerd. Bij een meerkamp telt de hoogste 

sprong (NSTC 2, NSK, NSTC Teams), bij een toestelwedstrijd (NSTC 1) telt het gemiddelde. Bij een meerkamp hoef je maar 1 sprong uit te voeren, maar mag je ook 2 sprongen uitvoeren. In een toestelwedstrijd spring je altijd 2 sprongen.

De hoogte van de pegasus is 1.35. Het gebruik van een trampoline is niet toegestaan. 


SPRONG

D-SCORE

Overslag ¼ in en ¾ uit 

1.80

Overslag ½ draai uit

1.80

Overslag 1/1 draai uit

2.00

Tsukahara gehurkt

2.20

Tsukahara gehoekt

2.40

Overslag salto gehurkt

2.40

Tsukahara gestrekt

3.20


Brug

Op de brug bestaat een oefening uit steunzwaaien, hangzwaaien en krachtelementen. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Hoeksteun (2s) (A)

Vooropzet tot steun (A)

Ondersprong tot bovenarmhang (A)

Uit hang aan het leggereinde salto achterover gestrekt (A)

Handstand (ook met ½ draai) (2s) (A)

Achteropzet overspreiden tot buigsteun (A)

Zweefkip (A)

Salto achterover of voorover gehoekt of gestrekt, ook met ½ draai (A)

Handstand heffen met gestrekte armen en benen of met gestrekt lichaam en gebogen armen (2s), ook met gespreide benen (B)

Achteropzet tot handstand (ook met ½ draai) (B)

Stut tot hang (A)

Dubbelsalto achterover 

gehurkt op het leggereinde (B)

Pirouette tot handstand op 1 of 2 leggers (C)


Moy tot steun met gebogen benen (ook zonder loslaten) (B)

Dubbelsalto achterover 

gehurkt (C)

Diamidov (C)


Stut tot steun (B)

Uit hang aan het 

leggereinde dubbelsalto 

achterover gehurkt (C)


Rekstok

Op rekstok bestaat een oefening uit lange zwaaien en zwaaien dicht bij de stok. 


Elementgroep I

Elementgroep II

Elementgroep III

Elementgroep IV

Reuzendraai voorwaarts of rugwaarts (A)

Ovekeren (B)

Kip uit zwaai (tA)

Salto achterover of voorover gehurkt (tA)

Achteropzet tot handstand (A)

Voronin (B)

Stille kip of kip uit hangzwaai tot handstand ook met ½ draai (A)

Salto achterover of voorover gehoekt of gestrekt, ook met ½ draai (A)

Reuzendraai voorwaarts met 1/1 draai in mixgreep (B)

Tkatchev (C)

Uit hang opstutten of losom tot handstand (A)

Dubbelsalto rugwaarts gehurkt of gehoekt (B)



Uit handstand losom voorwaarts tot handstand (B)




Endo (B)




Stalder (B)


Onze sponsoren